Ouderenmishandeling
Wat is ouderenmishandeling
Ouderenmishandeling is het handelen of nalaten van handelen waardoor de oudere persoon lijdt. Dit lijden kan lichamelijk of psychisch zijn, maar ook materieel. De pleger heeft een persoonlijke of professionele relatie met het slachtoffer, bijvoorbeeld als zorgverlener. Eén op de twintig ouderen boven 65 jaar ouderenmishandeling komt in elke bevolkingsgroep voor.
Vormen van ouderenmishandeling komen vaak naast elkaar voor.
Vormen van ouderenmishandeling
- Psychische mishandeling en verbale agressie;
- Lichamelijke mishandeling;
- Verwaarlozing;
- Financiële en materiële uitbuiting;
- Seksueel misbruik;
- Schending van rechten.
Top 3:
- Chronische verbale agressie;
- Financiële benadeling;
- Fysieke mishandeling.
Cijfers
- 1 Op de 20 ouderen is slachtoffer van ouderenmishandeling;
- 1 Op de 7 dodelijke slachtoffers is een oudere.
Signalen ouderenmishandeling (Cliënt):
- Zichtbaar letsel;
- Schrikreactie of angstig (Bijv. bij onverwachte aanraking);
- Onsamenhangende verklaringen over verwondingen;
- Depressieve/ angstige indruk;
- Onverzorgd, verwaarloosd uiterlijk;
- Spullen die verdwijnen;
- Weigeren van hulp of gesprekken;
- Krijgt geen gelegenheid om met andere te praten;
- Onverklaarbaar geld tekort;
- Veranderd eet- en slaappatroon.
Signalen ouderenmishandeling (Pleger):
- Onverschillige of juist een uiterst vriendelijke houding;
- Lijkt overbelast en is gespannen;
- Schelden, schreeuwen;
- Afschermen van oudere voor derden;
- Klagen over de oudere;
- Onverschillige houding naar de oudere.
Meldcode
Wie door zijn beroep te maken krijgt met huiselijk geweld, zoals bv hulpverleners en een geheimhoudingsplicht heeft, vindt het door die plicht vaak lastig om hulp te bieden. Daarom bestaan er meldcodes. Een meldcode huiselijk geweld is bedoeld voor professionals. Het is een stappenplan dat zij kunnen gebruiken als zij vermoedens van mishandeling hebben. Organisaties stellen een dergelijke code zelf op. Hiervoor bestaat een basismodel en een sectorspecifiek model. De volgende stappen moeten in ieder geval in de meldcode staan;
- In kaart brengen van signalen;
- Overleggen met een collega, eventueel raadpleging Steunpunt Huiselijk Geweld;
- Gesprek met de cliënt, waarin de signalen besproken worden;
- Wegen van de signalen;
- Beslissen: hulp organiseren of melden bij het Steunpunt Huiselijk geweld.
Een meldcode is geen meldplicht. Bij de meldplicht (vastgelegd in de Beginselenwet) gaat het om het melden van mishandeling of geweld gepleegd door een zorgprofessional. Deze verplichting geldt niet bij de meldcode. Bij de meldcode gaat het erom hoe zorgprofessionals en de – organisaties omgaan met geweld gepleegd door anderen. Het gaat hierbij om zorgvuldig professioneel handelen (rijksoverheid, 2011)
Procedures en werkprocessen
Om het gebruik van de meldcode te bevorderen is het goed om de meldcode op te nemen in en te laten aansluiten op werkprocessen. Activiteiten die hierop zijn ondernomen zijn:
- Registratie meldingen in het kwaliteitssysteem (MIM-meldingen); vervolg in 2013.
- Het vastleggen van taken/verantwoordelijkheden van functionarissen binnen de stappen in de meldcode.
- Het op maat maken van de meldcode voor ZuidZorg; (begin 2013). Deze meldcode geldt dan als professionele standaard.
- Opnemen van de meldcode in het inwerkprogramma van medewerkers Zorg Thuis, die direct cliëntcontact hebben (2013).
- Organiseren en houden van intervisiebijeenkomsten met de contactpersonen op Locatie, maar ook in de eigen wijkteams (2013).
- Het op de agenda zetten van het onderwerp Huiselijk geweld binnen de wijkteams op locatie en dit met regelmaat evalueren (2013).
- Gebruik van instrumenten (signaleringslijsten, zakkaartjes); zie ZieZo.
Deskundigheidsbevordering
- Onze medewerkers, die direct cliëntcontact hebben, moeten opgeleid zijn om te kunnen signaleren en risico’s in te schatten om vervolgens daarnaar te handelen. Dit betekent dat zij moeten weten wat de meldcode van onze organisatie inhoudt en hoe ze met de meldcode moeten werken, maar ook dat ze bekend zijn met verschillende vormen van huiselijk geweld (2012-2013)
- Dit kan door het aanschaffen van e-learning modules, het volgen van de training werken met de meldcode (bijvoorbeeld samen met ketenpartners) en casusbesprekingen (2013).
- Eventuele scholing in gespreksvoering en omgaan met geweld (open aanbod) (2013)
- Casusbespreking op locatie (2012-2013).
- Faciliteren van zowel interne deskundigen; aandachtsfunctionaris Huiselijk Geweld en Kindermishandeling als externe deskundigen; steunpunt Huiselijk geweld (2012-2013).
Dossiervorming/gegevensuitwisseling
Na inwerktreding van de Wet verplichte meldcode hebben professionals het recht zonde toestemming van de cliënt (vermoedens van) huiselijk geweld te melden.
- Er zullen afspraken gemaakt moeten worden over gegevensuitwisseling met ketenpartners, rekening houden met de wetgeving (Wet bescherming persoonsgegevens, WMO, WGBO, wet BIG, privacyreglement van ZuidZorg) (2013).
- Afspraken over wat wel/niet in het zorgdossier/zorgleefplan wordt vastgelegd en hoe dit wordt gerapporteerd.
- Afspraken maken wie, wat, waar en hoelang gegevens worden vastgelegd. Eerste aanzet is kort verslag via een MIM-melding; vervolgstap is een registratiesysteem organisatie breed voor de aandachtsfunctionarissen Huiselijk Geweld en Kindermishandeling.
Veiligheid personeel
Medewerkers moeten voldoende ondersteuning ervaren om de meldcode toe te kunnen passen. Voor het signaleren en het zetten van de stappen zijn een goede implementatie van de code en een veilig werkklimaat noodzakelijk. Medewerkers moeten de ruimte hebben en krijgen om onveilige situaties aan te kaarten, zodat de organisatie hierop kan reageren, bv door medewerkers niet alleen naar een cliënt situatie te laten gaan.
- Duidelijkheid verschaffen dat de medewerker handelt volgens de meldcode en niet vanuit individuele keuzes (2012-2013).
- Het aanstellen van een aandachtsfunctionaris (2013).
- Rol vertrouwenspersoon organisatie (2012-2013).
Samenwerking
De meldcode staat niet op zichzelf, maar is onderdeel van een ketenaanpak Huiselijk Geweld en Kindermishandeling.
- Breng daarom samenwerkingspartners in kaart (2013).
- Afspraken/helderheid scheppen over regievoering, afstemming en informatie-uitwisseling. Rol AF Huiselijk Geweld hierbij (2013).